Nestkast maken

Veel vogelsoorten nestelen in een holte, dit kan een natuurlijke holte zijn of een nestkastje. Als je een nestkastje in de tuin of bij school hangt, is er een aardige kans dat er een kool- of pimpelmezenpaar in komt wonen. Je kunt de nestkast met de achterkant tegen het raam van het klaslokaal hangen en het dan zo maken dat je de achterkant er uit kunt schuiven, wanneer de vogel vast aan het broeden is. Vraag aan de techniek leraar of een handige ouder om te helpen bij een schuif achterkant. Op kom op kamp bij de Stichting Veldstudie dan maken we samen allerhande soorten vogelkastjes (en ook voor vleermuizen). Hang de nestkast of helemaal achterin of helemaal voorin het lokaal tegen het raam, omdat het daar het minst druk is.

Van een afstandje!!! kun je dan zien wat er tijdens de hele broedperiode gebeurt.

Het nestelen en broeden is voor koolmees en de pimpelmees verschillend:

koolmees pimpelmees
broedtijd: april – juli april – augustus
bouwen van nest (dagen) 7 – 10 7 – 10
aantal eieren (één ei per dag) 8 – 10 7 – 14
broedduur (dagen) 13 – 14 13 – 14
nestduur (dagen) 18 – 21 17 – 19
aantal legsels 1 (soms 2) 1

De totale broedduur vanaf het bezetten van de nestkast tot het uitvliegen van de jongen is ongeveer 50 dagen.

Als de mezen bezig zijn met het maken van een nest is dit duidelijk te zien, omdat het vrouwtje af en aan vliegt met takjes en stukjes mos. Daarna is het ruim een week rustig bij de nestkast: het vrouwtje is dan eieren aan het leggen. Tijdens het uitbroeden van de eieren verlaat het vrouwtje overdag ongeveer elk uur het nest voor een tijdje. Als ze wel op het nest zit, wordt ze regelmatig gevoerd door het mannetje. Als de eieren uitgekomen zijn, dan begint het voeren van de jongen door beide ouders. Je ziet de mezen dan af en aan vliegen met rupsen, spinnen, vlinders en andere insecten. Tijdens de nestduur zullen de mezen circa 5 duizend (!) insecten (veel rupsjes) vangen voor de jongen. Je kunt de jonge vogels horen piepen als een van de ouders het nest invliegt.

Let op het volgende:

  • Een nestkast mag niet in de volle zon en regen hangen. Hang de invliegopening daarom het liefst in oostelijke richting. Als deze richting niet mogelijk is, hang de nestkast dan toch op. Vogels bepalen zelf wel of ze een nestkast aantrekkelijk vinden.
    Als een nestkast onder een overkapping, dakrand of carport gehangen wordt, is er minder kans op inregenen en opwarming door direct zonlicht. De richting van de vliegopening in dan van minder belang.
  • Hang een nestkast op minimaal 180 centimeter hoogte zodat katten er niet bij kunnen.
  • Zorg er voor dat de nestkast op een rustige plaats hangt waar de vogels niet of weinig gestoord worden.
  • Zorg voor een vrije aanvliegroute zonder takken en bladeren voor de invliegopening.
  • Het territorium van mezen is 15 meter rondom de nestkast. Hang een volgende nestkast minstens op 30 meter afstand van een andere nestkast.
  • Gebruik hout van 18 mm dik voor het maken van de nestkast, dik hout isoleert goed.
  • Maak twee haakjes (of oogjes) aan de kast om hem op te kunnen hangen of maak gebruik van een ophanglat.
  • De vliegopening voor de nestkast van de pimpelmees (28-30 mm) is kleiner, omdat deze vogel kleiner is dan de koolmees (30-32 mm).
  • Zorg dat er geen kieren in de kast zitten. De kast kan geverfd worden met beits of plakkaatverf.
  • Verf de binnenkant van een nestkast nooit!
  • Stop geen materialen zoals stro of zaagsel in het nestkastje, elke vogelsoort kiest zelf het beste materiaal in de omgeving uit.
  • Als de vogels uitgevlogen zijn, moet de kast van binnen goed schoongemaakt worden (bv. met heet water).
  • Een nestkast mag nooit in de zon worden opgehangen. Voor de jongen, die in het nest dicht tegen elkaar aanliggen en zelf veel warmte produceren, kan de temperatuur te hoog worden.

 

Materialen

  • Hout, bv. watervast multiplex 18 mm.
  • Spijkers
  • Hamers
  • Schuurpapier
  • Zaag
  • Grote gatenboor/ speedboor (diameter nestkast opening
  • Beits